Feedback
ella
Verderzetting inspanningen voor risicogroepen in 2021-2022
Uit het Belgisch Staatsblad van 10/09/2021
Gepubliceerd op 13/09/2021

Behoud bestaande regeling voor 2021-2022

 

Voor de jaren 2021 en 2022 blijft de tot nu toe gevraagde werkgeversinspanning voor risicogroepen behouden.

 

Elke betrokken werkgever moet jaarlijks een inspanning leveren, gelijkwaardig aan minstens 0,10 % van de totale loonmassa van de werknemers met een arbeidsovereenkomst.

 

Het koninklijk besluit van 29 augustus 2021 legt deze verplichting - met terugwerkende kracht - vast voor de periode 1 januari 2021 tot 31 december 2022.

 

Neerlegging CAO's uiterlijk 31 december 2021 

 

Een sectorale cao of ondernemings-cao bepaalt de concrete modaliteiten van de inspanning voor risicogroepen die de werkgever moet doen. Die cao's moeten strikt gezien uiterlijk op 1 oktober van het betrokken jaar neergelegd zijn.

 

Het besluit dat vandaag verscheen, verschuift die uiterste datum van neerlegging voor het jaar 2021 naar 31 december 2021. 

Deze verlenging is nodig. De sectorale onderhandelingen kunnen immers pas dit najaar starten.

 

Vervangende bijdrage

 

Bij het ontbreken van een cao in dit verband of wanneer slechts een deel van het personeel onder de cao valt, betaalt de werkgever via de RSZ een overeenstemmende bijdrage.

Deze bijdrage is gelijk aan 0,10% van de brutoloonmassa (aan 108% voor handarbeiders) van de werknemers met een arbeidsovereenkomst die 'niet' gevat zijn door een cao.

 

Dit principe blijft ongewijzigd van toepassing voor 2021-2022. 

 

Het besluit van 29 augustus 2021 geeft de wettelijke basis aan de RSZ om deze bijdrage vanaf 1 januari 2021 te heffen. Ondertussen zijn er immers al twee kwartalen van 2021 verlopen. 

 

Inwerkingtreding

 

De verplichting om activeringsinspanningen ten voordele van risicogroepen te leveren, geldt van 1 januari 2021 tot 31 december 2022.

Voor het jaar 2021 verschuift de uiterste datum van neerlegging van cao's naar 31 december 2021.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Werkgevers moeten in eerste instantie zelf geen actie nemen.

 

Pas eind 2021 komt met zekerheid vast te staan of de sector waartoe de werkgever behoort, een cao gesloten en neergelegd heeft voor eind 2021.

 

De meeste sectoren die de gewoonte hebben in dit kader een cao te sluiten, zullen dit opnieuw doen tijdens de komende sectorale onderhandelingen.

 

In tussentijd gaan we uit van de situatie zoals gekend eind 2020 voor de verschillende sectoren.  

 

Als blijkt dat de situatie voor bepaalde sectoren toch wijzigt, zal een verbetering moeten gebeuren voor de voorbije kwartalen van 2021. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarbij wel een cao risicogroepen bestond voor 2020 maar dat niet langer het geval is voor 2021.

De betrokken werkgevers ontvangen op dat ogenblik concrete informatie.

Bron:
Koninklijk besluit van 29 augustus 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2021-2022, bl. 95624.

Juridische inhoud

1. Welke werkgevers?

In principe zijn alle werkgevers die verzekeringsplichtig personeel tewerkstellen, betrokken bij deze maatregel. 

 

Volgende werkgevers zijn uitgesloten van de verplichting:

  • het Rijk, met inbegrip van de rechterlijke macht, de Raad van State, het leger en de federale politie;

  • de Gemeenschappen en de Gewesten;

  • de Vlaamse, Franse en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

  • de instellingen van openbaar nut en de openbare instellingen, met uitzondering van de openbare kredietinstellingen en de autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

  • de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen, met inbegrip van het universitair onderwijs;

  • de diensten voor school- en beroepsoriëntering en de vrije centra voor leerlingenbegeleiding;

  • de provincies en instellingen ondergeschikt aan de provincies;

  • de gemeenten en verenigingen van gemeenten;

  • de OCMW's en intercommunale centra voor maatschappelijk welzijn;

  • de korpsen van de lokale politie (zoals bedoeld in de wet van 7 december 1998);

  • de wateringen en de polders;

  • de beschutte werkplaatsen en revalidatiecentra die afhangen van een Gemeenschaps- of Gewestfonds of -instelling voor de sociale integratie van personen met een handicap of van zijn rechtsopvolgers.

2. CAO

Een nieuwe of voortgezette cao, gesloten in een paritair orgaan of gesloten voor een onderneming of een groep van ondernemingen, concretiseert de inspanningen die de werkgevers moeten leveren. 

 

De wetgeving schrijft dit uitdrukkelijk voor.

 

De CAO moet worden gesloten overeenkomstig de wetgeving inzake de cao's, en neergelegd op de griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. 

 

Tijdige neerlegging

 

De neerlegging moet in de regel gebeuren ten laatste op 1 oktober van het jaar waarop ze betrekking heeft. 

 

Voor het jaar 2021 verschuift die uiterste datum naar 31 december 2021.

 

Deze verlenging is nodig. De sectorale onderhandelingen kunnen immers pas dit najaar starten.

 

Een financieel overzicht en een evaluatieverslag over de gesloten cao moeten op dezelfde griffie neergelegd worden.  Deze neerlegging moet gebeuren uiterlijk op 1 juli van het jaar 'volgend' op het jaar waarop de cao betrekking heeft.

3. Welke risicogroepen?

Sinds 2013 moeten de sectoren minstens de helft van hun inspanningen voor de opleiding en tewerkstelling van risicogroepen aanwenden voor projecten gericht op volgende groepen:

  • oudere werknemers (werknemers uit de sector van minstens 50 jaar of van minstens 40 jaar die bedreigd zijn met ontslag);
  • langdurig werklozen;
  • laaggeschoolden;
  • (werkzoekende) jongeren (beneden 26 jaar);
  • personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid.

 

Bovendien moet minstens een kwart van die middelen naar projecten voor jongeren gaan.

In 2014 werden bijkomende voorwaarden opgelegd rond de concretisering van de initiatieven ten voordele van de jongeren beneden 26 jaar.

 

Elke sector is vrij om, rekening houdend met de minima voor bepaalde groepen, eigen nuances te leggen en initiatieven te richten op bepaalde doelgroepen binnen de sector.  Het is mogelijk dat een sectoraal Fonds of vormingscentrum hierbij een bepaalde rol opneemt.

 

De sectorale cao inzake risicogroepen bevat de concrete regeling in de sector.

4. Bijdrage risicogroepen

Werkgevers die niet, of slechts voor een deel van hun personeel, onder een cao voor risicogroepen vallen, moeten aan de RSZ een bijdrage betalen.

Deze bedraagt 0,10% van de lonen van de werknemers verbonden met een arbeidsovereenkomst die niet door een cao gevat zijn.

 

Deze bijdragen komen terecht in het Fonds voor de vorming en de werkgelegenheid van risicogroepen.  Deze middelen besteedt men aan de financiële ondersteuning van projecten, gericht op de inschakeling van risicogroepen op de arbeidsmarkt.

 

Berekeningsbasis

 

De bijdrage wordt berekend op de brutolonen van de werknemers (aan 108% voor de handarbeiders) die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst (niet gevat door een cao). Zij beïnvloedt de loonmatigingsbijdrage niet.

 

Aangezien deze bijdrage berekend wordt op basis van het globale loon van werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst, is deze bijdrage niet verschuldigd voor leerlingen en stagiairs. Zelfs als ze onderworpen zijn aan alle stelsels van de sociale zekerheid.

 

De aangifte van de bijdrage voor risicogroepen in DMFA gebeurt per werknemerslijn (werknemerskengetal 852) met vermelding van de berekeningsbasis.

 

Periode 2021-2022

 

Het besluit van 29 augustus 2021 biedt de wettelijke basis voor de RSZ om deze bijdrage vanaf 1 januari 2021 te heffen.  Ondertussen zijn er immers twee kwartalen van 2021 verlopen.  

 

Praktisch

Voor de heffing van bijdragen werd in de praktijk - tijdens het eerste en tweede kwartaal van 2021 - uitgegaan van de situatie zoals gekend eind 2020 voor de verschillende sectoren.  Dezelfde houding zal ook voor het derde kwartaal 2021 aangewezen zijn.

 

Pas na eind 2021 kan een volledige check gebeuren op het bestaan van een sectorale cao voor 2021. Op dat ogenblik zullen eventuele aanpassingen/verbeteringen moeten gebeuren voor bepaalde sectoren of ondernemingen voor wie de situatie in 2021 wijzigt ten opzichte van 2020.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.