De veralgemeende fietsvergoeding van 0,27 EUR per effectief gefietste woon-werkkilometer, brengt een extra kost met zich mee voor de werkgever.
Om deze te compenseren, zou er een belastingkrediet komen. De regering werkte een voorstel uit dat momenteel ter advies voorligt bij de Raad van State.
Situering
Vanaf 1 mei 2023 hebben werknemers die regelmatig met de fiets naar het werk komen, een voorwaardelijk recht op een fietsvergoeding van 0,27 EUR per effectief getrapte kilometer.
Deze veralgemeende fietsvergoeding brengt extra kosten met zich mee. Daarom voorziet de regering in een compensatiemechanisme in de vorm van een tijdelijk belastingkrediet.
Een voorstel ligt ter advies voor bij de Raad van State. Er is dus nog wel een wetgevende weg af te leggen.
Toch worden de contouren stilaan duidelijker. We geven dan ook graag een stand van zaken.
Belastingkrediet
Principe
Een belastingkrediet is een bedrag dat in mindering komt van de belasting. Er gebeurt een volledige verrekening met de verschuldigde personen-, rechtspersonen- of vennootschapsbelasting.
Toepassingsgebied
Het belastingkrediet wordt verleend voor de fietsvergoedingen die de werkgever toekent:
-
voor woon-werkverplaatsingen in de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024;
-
in toepassing van cao nr. 164 van de Nationale Arbeidsraad (NAR) (veralgemeende fietsvergoeding).
Het belastingkrediet is een volledige compensatie voor de extra werkgeverskost die gekoppeld is aan de veralgemeende fietsvergoeding.
Het belastingkrediet geldt voor werkgevers die:
-
voor het eerst, ingevolge cao nr. 164, een fietsvergoeding toekennen aan de werknemers die regelmatig met de fiets naar het werk komen; of
-
al een fietsvergoeding toekenden op basis van bijvoorbeeld een (individuele) overeenkomst of het arbeidsreglement, en het bedrag nu, ingevolge cao nr. 164, moeten optrekken tot 0,27 EUR per getrapte woon-werkkilometer.
In dit geval komt enkel de verhoging in aanmerking voor het belastingkrediet.
Tijdelijk
Het belastingkrediet zou tijdelijk zijn en enkel gelden voor de (verhoogde) fietsvergoedingen die de werkgever toekent voor de periode 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024.
Voorwaarden
De werkgever die het belastingkrediet vraagt, zal ook effectief de kost van de (verhoogde) fietsvergoeding moeten dragen.
Het belastingkrediet zal niet gelden wanneer de (verhoging van de) fietsvergoeding ten laste is van een buitenlandse inrichting.
Niet aftrekbaar
De (verhoging van de) fietskilometervergoeding waarvoor een belastingkrediet wordt verleend, zal niet aftrekbaar zijn als beroepskost in de personen- en vennootschapsbelasting.
Periode
Het belastingkrediet zal verleend worden voor de fietsvergoedingen die de werkgever toekent:
-
voor woon-werkverplaatsingen in de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024; en
-
in een belastbaar tijdperk dat verbonden is met de aanslagjaren 2023, 2024, 2025 of 2026.
Opgelet!
Deze bespreking is gebaseerd op voorlopige informatie. De Raad van State buigt zich momenteel over de ontwerpteksten.
De regeling zoals hier beschreven kan dus nog wijzigen. Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Werkgevers die vanaf 1 mei 2023 een (verhoging van de) fietsvergoeding moeten toekennen in toepassing van cao nr. 164 van de NAR, zullen deze extra kost binnenkort kunnen compenseren via een tijdelijk belastingkrediet.
Keerzijde zal zijn dat de (verhoging van de) fietsvergoeding dan niet meer aftrekbaar is als beroepskost.