Voor alleenstaande werknemers stijgen de onderbrekingsuitkeringen onder bepaalde voorwaarden wanneer zij een ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand of palliatief verlof opnemen voor hun kind.
De uitkering stijgt met 14%. Dit zowel bij een voltijdse of halftijdse onderbreking, alsook bij een 1/5de vermindering.
Deze wijzigingen gelden sinds 1 mei 2019.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Deze wijziging geldt enkel voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die onder de cao-wet vallen. Dit zijn onder meer de openbare vervoersmaatschappijen, de openbare kredietinstellingen, huisvestingsmaatschappijen, VITO.
De meeste werkgevers uit de publieke sector vallen hier niet onder.
Juridische inhoud
1. Enkel voor thematische verloven
De onderbrekingsuitkeringen stijgen enkel voor een alleenstaande werknemer die een thematisch verlof opneemt voor zijn/haar kind.
Het betreft dus uitkeringen bij ouderschapsverlof, palliatief verlof en verlof medische bijstand.
De onderbrekingsuitkeringen voor het opnemen van tijdskrediet wijzigen niet.
2. Verhoogde bedragen
De uitkering stijgt met 14%. Dit zowel bij een voltijdse als halftijdse onderbreking, alsook bij een 1/5de vermindering.
3. Voorwaarden
Opdat de werknemer recht zou hebben op deze verhoogde onderbrekingsuitkeringen, moeten een aantal voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn.
Zo moet de werknemer:
uitsluitend samenwonen met één kind of meerdere kinderen ten laste;
ouder zijn in de eerste graad van het kind waarmee hij samenwoont of belast zijn met de dagelijkse opvoeding.
De voorwaarde dat de werknemer die zijn arbeidsprestaties vermindert, jonger moet zijn dan 50 jaar bij aanvang van de maand waarop de onderbrekingsuitkering betrekking heeft, werd geschrapt.
Bovendien moet het kind jonger zijn dan:
12 jaar in geval van een ouderschapsverlof;
18 jaar in geval een verlof voor medische bijstand of palliatief verlof.
De leeftijd van 12 of 18 jaar wordt op 21 jaar gebracht, wanneer het gaat om een kind met een handicap.
De wetgever breidde het begrip 'kind met een handicap' uit tot kinderen met een aandoening van ten minste 9 punten in alle drie de pijlers samen van de medische sociale schaal. Dit sinds 31 december 2018 (zie onze nieuwsbrief van 15 januari 2019).
De regering past nu ook het KB in die zin aan om conform te zijn met deze wet.
4. Inwerkingtreding
De wijzigingen zijn retroactief in werking getreden op 1 mei 2019.