Feedback
ella
Nu ook flexi-jobs in meerdere sectoren en voor gepensioneerden
Uit het Belgisch Staatsblad van 29/12/2017
Gepubliceerd op 02/01/2018

Omdat het systeem van de flexi-jobs in de horecasector zo succesvol is, besliste de regering om het uit te breiden.

 

Het Grondwettelijk Hof oordeelde op 28 september 2017 dat de flexi-jobs in de horecasector niet strijdig zijn met de Grondwet. Niets staat een uitbreiding dus nog in de weg.

 

Wat wijzigt er concreet?

 

Bijkomende sectoren

 

Vanaf 2018 kunnen flexi-jobs voorkomen in volgende sectoren:

  • PC 118.03: dit is het officieuze paritair subcomité voor de bakkerijen, banketbakkerijen en consumptiesalons bij een banketbakkerij;
  • PC 119: Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
  • PC 201:  Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;
  • PC 202: Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
  • PC 202.01: Paritair subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven;
  • PC 302: Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
  • PC 311: Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken;
  • PC 312: Paritair Comité voor de warenhuizen;
  • PC 314: Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen:
  • PC 322: Paritair Comité voor de uitzendarbeid, als de gebruiker ressorteert onder één van de hierboven opgesomde PC’s.

 

Ook voor gepensioneerden

 

Wie in het 2de kwartaal voorafgaand aan het kwartaal van tewerkstelling (T-2) gepensioneerd is, kan  voortaan ook een flexi-job uitoefenen. Elk wettelijk, bestuursrechtelijk of statutair ouderdoms-, rust-, anciënniteits- of overlevingspensioen, of elk ander als zodanig geldend voordeel, komt in aanmerking.

 

Tijdelijke leerkrachten

 

Bij de beoordeling van de voorwaarden om een flexi-job te kunnen uitoefenen, wordt de periode waarin tijdelijke leerkrachten tijdens de zomermaanden een uitgestelde bezoldiging ontvangen, gelijkgesteld met gewerkte dagen. De gelijkstelling geldt ook voor de dagen gedekt door werkloosheidsuitkeringen met vrijstelling van zoeken naar werk gedurende de zomervakantie als de leerkracht geen uitgestelde bezoldiging kan genieten.

Zo kunnen deze leerkrachten van april tot en met juni van het volgende jaar ook met een flexi-job werken.

 

Registratieverplichting

 

De werkgever moet het juiste tijdstip van begin en einde van de arbeidsprestatie van een flexi-jobwerknemer registreren en bijhouden. Dit kan via het geregistreerde kassasysteem (GKS) of via een alternatief systeem van dagelijkse aanwezigheidsregistratie, dat ter beschikking wordt gesteld bij de RSZ.

Voortaan kan hiervoor ook een systeem van tijdsopvolging gebruikt worden.

 

Het moet beantwoorden aan volgende voorwaarden:

 

  • het bevat voor elke betrokken werknemer volgende gegevens:
    • de identiteit van de werknemer
    • het juiste tijdstip van het begin en het einde van de arbeidsdag, alsook het begin en einde van de rustpauzes (tijdstippen die moeten worden opgetekend op het moment dat zij beginnen of eindigen)
    • de periode waarop de opgetekende gegevens betrekking hebben
  • het houdt de opgetekende gegevens bij gedurende de betrokken periode en de gegevens kunnen geraadpleegd worden door de werknemer en de bevoegde ambtenaar (Toezicht Sociale Wetten)
  • de opgetekende gegevens worden bewaard gedurende vijf jaar
  • de vakbondsafvaardiging wordt in de mogelijkheid gesteld om, conform cao nr. 5, haar bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot het systeem van tijdsopvolging en de opgetekende gegevens

 

De wijzigingen treden in werking vanaf 1 januari 2018.

 

Voor de goede orde volgt hierna een gedetailleerde bespreking van het systeem van de flexi-jobs.

 

Wat betekent dit voor de werkgever?

Vanaf 2018 breidt het aantal sectoren dat een beroep kan doen op flexi-jobs gevoelig uit. Er kunnen dus meer werkgevers op een sociaal en fiscaal voordelige manier mensen iets laten bijverdienen. Bovendien kunnen nu ook gepensioneerden werken in het kader van een flexi-job.

Bron:
Art. 32-41 en 81-82 van de Programmawet van 25 december 2017

Juridische inhoud

1. Wie komt in aanmerking?

1.1. Werknemers tewerkgesteld in bepaalde sectoren

Vanaf 2018 kunnen flexi-jobs voorkomen in volgende sectoren:

 

  • PC 118.03: dit is het officieuze paritair subcomité voor de bakkerijen, banketbakkerijen en consumptiesalons bij een banketbakkerij;

  • PC 119: Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

  • PC 201:  Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;

  • PC 202: Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

  • PC 202.01: Paritair subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven;

  • PC 302: Paritair Comité voor het hotelbedrijf;

  • PC 311: Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken;

  • PC 312: Paritair Comité voor de warenhuizen;

  • PC 314: Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen:

  • PC 322: Paritair Comité voor de uitzendarbeid, als de gebruiker ressorteert onder één van de hierboven opgesomde PC’s.

1.2. Minimaal 4/5 tewerkstelling bij andere werkgever of gepensioneerd

minstens 4/5 van een voltijdse referentiepersoon van de sector waarin de 4/5 tewerkstelling wordt gepresteerdT-3

 

Vanaf 2018 gepensioneerden(T-2),

 

 

In het kwartaal van uitvoering (T) van de flexi-job gelden volgende voorwaarden:

 

  • de werknemer mag bij de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent niet tegelijkertijd minimum 4/5 van een voltijds referentiepersoon van de sector werken;
  • de flexi-job mag niet samenvallen met een periode gedekt door een verbrekingsvergoeding of een ontslagcompensatievergoeding ten laste van de werkgever bij wie de flexi-job wordt uitgeoefend;
  • de werknemer met een flexi-job mag zich ook niet bevinden in een opzeggingstermijn.

1.3. Beoordeling 4/5 tewerkstelling in het referentiekwartaal T-3

Alle door de werkgever betaalde periodes tellen mee om te beoordelen of de werknemer minimaal 4/5 tewerkgesteld is in het referentiekwartaal.

 

Ook sommige niet door de werkgever betaalde periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst tellen mee. Het gaat om:

 

  • afwezigheden zonder behoud van loon wegens arbeidsongeschiktheid of ingevolge profylactisch verlof (na contact met iemand die is aangetast door een besmettelijke ziekte);
  • werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming;
  • moederschapsrust;
  • vaderschapsverlof (omzetting moederschapsverlof in vaderschapsverlof);
  • vaderschapsverlof (ter gelegenheid van de geboorte van een kind);
  • adoptieverlof;
  • burgerplichten zonder behoud van loon;
  • functie van rechter in sociale zaken;
  • openbaar mandaat;
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge overmacht;
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge medische overmacht;  
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge technische stoornis
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer;
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge gebrek aan werk wegens economische redenen;
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge staking of lock-out;
  • tijdelijke werkloosheid in geval van ontslag van beschermde werknemers;
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie;
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge sluiting van de onderneming wegens vakantie krachtens een algemeen verbindend verklaarde CAO;
  • tijdelijke werkloosheid ingevolge sluiting van de onderneming wegens inhaalrust in het kader van een arbeidsduurvermindering

 

Er mag geen rekening gehouden worden met prestaties geleverd:

 

  • in het kader van een flexi-job;
  • als leerling in het kader van het alternerend leren;
  • als student onderworpen aan solidariteitsbijdragen;
  • als jongere tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst tot 31/12 van het jaar waarin hij 18 jaar wordt;
  • als gelegenheidsarbeider in de land- en tuinbouw en de horecasector.

 

Vanaf 2018 wordt de periode waarin tijdelijke leerkrachten tijdens de zomermaanden een uitgestelde bezoldiging ontvangen, gelijkgesteld met gewerkte dagen. De gelijkstelling geldt ook voor de dagen gedekt door werkloosheidsuitkeringen met vrijstelling van zoeken naar werk gedurende de zomervakantie als de leerkracht geen uitgestelde bezoldiging kan genieten.

Zo kunnen deze leerkrachten van april tot en met juni van het volgende jaar ook met een flexi-job werken.

Controle

 

Elk kwartaal opnieuw controleert de RSZ op het moment van het verrichten van de Dimona-aangifte of een bepaalde werknemer tijdens dat kwartaal met een flexi-job kan werken.

2. Verloning

2.1. Flexiloon

Het flexiloon bestaat uit:

 

  • een basisloon datwordt vastgelegd in de raamovereenkomst. Het is gelijk aan minimum 9,18 EUR per uur (geïndexeerd bedrag op 1/06/2017).
  • aangevuld met alle vergoedingen, premies en voordelen van welke aard ook die de werkgever toekent ter vergoeding van diezelfde prestatie, en waarop in principe sociale bijdragen verschuldigd zijn.

2.2. Flexivakantiegeld

Het flexivakantiegeld is gelijk aan 7,67% van het flexiloon. Het wordt samen met het flexiloon uitbetaald.

Wie dus enkel het minimum basisloon ontvangt, krijgt een totale vergoeding van 9,88 EUR per uur (geïndexeerd bedrag op 1/06/2017).

2.3. Enkel een bijzondere werkgeversbijdrage

Het flexiloon en flexivakantiegeld zijn nettobedragen waarop geen sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing verschuldigd zijn.

 

De werkgever moet er enkel een bijzondere bijdrage van 25% op betalen. De bijzondere bijdrage is een aftrekbare beroepskost voor de werkgever.

3. Voorwaarden

3.1. Raamovereenkomst

Voorafgaandelijk aan de uitvoering van de eerste flexi-jobarbeidsovereenkomst sluiten werkgever en werknemer een raamovereenkomst. Uit deze overeenkomst blijkt de bedoeling van partijen om toepassing te maken van de flexi-jobarbeidsovereenkomst.

 

De overeenkomst bevat een aantal verplichte vermeldingen:

 

  • de identiteit van de partijen;
  • de wijze waarop en de voorafgaandelijke termijn waarbinnen de flexi-jobarbeidsovereenkomst door de werkgever aan de werknemer moet worden voorgesteld;

  • een beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie(s);

  • het basisloon;

  • de verplichting dat de flexi-jobwerknemer voldoet aan de minimale tewerkstelling van 4/5 van de voltijdse referentiepersoon.

 

 

Sanctie

 

Als er geen raamovereenkomst is of wanneer ze niet de verplichte vermeldingen bevat, is er geen sprake van een flexi-jobarbeidsovereenkomst.

 

Hetzelfde geldt wanneer de verplichte vermeldingen niet zijn opgenomen in de schriftelijke vaststelling van de bedoeling een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid te sluiten.

3.2. Flexi-jobarbeidsovereenkomst

Nadat een raamovereenkomst werd gesloten, moet per tewerkstelling in het kader van een flexi-job een arbeidsovereenkomst worden gesloten. Het is een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk.

 

Ze wordt schriftelijk of mondeling gesloten.

 

De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten is van toepassing.

 

Variabel werkrooster

 

Wanneer men gebruik maakt van een variabel werkrooster moet men de regels inzake bekendmaking van de uurroosters voor deeltijdse werknemers niet volgen. Ook de bepalingen inzake het toezicht op de afwijkingen op het normale werkrooster voor deeltijdse werknemers zijn dan niet van toepassing.

 

In dat geval mag men ook werken buiten de arbeidstijd vermeld in het arbeidsreglement.

3.3. Bijhouden raamovereenkomst en arbeidsovereenkomst

4. Verplichtingen werkgever

4.1. Dimona-aangifte

Indien de periode van de flexi-jobarbeidsovereenkomst meerdere kwartalen overlapt, moet er een Dimona-aangifte per kwartaal gebeuren. De Dimona-aangifte vermeldt de klassieke gegevens aangevuld met de hoedanigheid van flexi-jobwerknemer.

 

Als het gaat om een mondelinge flexi-jobarbeidsovereenkomst moet de Dimona-aangifte per dag gedaan worden. In dat geval moet ook het tijdstip van het begin en einde van de prestatie worden vermeld.

 

Sanctie

 

Als een onterechte Dimona-aangifte gebeurt voor een flexi-jobwerknemer omdat hij niet beantwoordt aan de voorwaarden mag deze werknemer niet als flexi-jobwerknemer worden aangegeven in de Dmfa. Gebeurt dit toch, wordt de tewerkstelling als een gewone tewerkstelling beschouwd. De gewone verschuldigde sociale zekerheidsbijdragen voor deze tewerkstelling worden dan berekend op het flexiloon, verhoogd met 125% van het flexiloon.

4.2. Registratiesysteem

De werkgever die een beroep doet op flexi-jobwerknemers, moet gebruik maken van een systeem dat voor iedere afzonderlijke flexi-jobwerknemer het juiste tijdstip van begin en einde van de arbeidsprestatie registreert en bijhoudt.

 

Tot nu toe kon de registratie van werknemers gebeuren via het geregistreerde kassasysteem (GKS) of via een alternatief systeem van dagelijkse aanwezigheidsregistratie, dat ter beschikking wordt gesteld bij de RSZ en dat dezelfde garanties biedt als de registratie via het GKS.

 

Vanaf 2018 kan hiervoor ook een systeem van tijdsopvolging gebruikt worden.

 

Het moet beantwoorden aan volgende voorwaarden:

 

  • het bevat voor elke betrokken werknemer volgende gegevens:

    • de identiteit van de werknemer

    • het juiste tijdstip van het begin en het einde van de arbeidsdag, alsook het begin en einde van de rustpauzes (tijdstippen die moeten worden opgetekend op het moment dat zij beginnen of eindigen)

    • de periode waarop de opgetekende gegevens betrekking hebben

  • het houdt de opgetekende gegevens bij gedurende de betrokken periode en de gegevens kunnen geraadpleegd worden door de werknemer en de bevoegde ambtenaar (Toezicht Sociale Wetten)

  • de opgetekende gegevens worden bewaard gedurende vijf jaar

  • de vakbondsafvaardiging kan, conform cao nr. 5, haar bevoegdheden uitoefenen met betrekking tot het systeem van tijdsopvolging en de opgetekende gegevens

 

Sanctie

 

Als de registratieverplichting niet wordt nageleefd, wordt de flexi-jobwerknemer vermoed gedurende het betreffende kwartaal als voltijdse werknemer arbeidsprestaties te hebben geleverd in uitvoering van een arbeidsovereenkomst. Tegenbewijs is mogelijk.

 

Bovendien is een strafsanctie van niveau 3 voorzien voor de werkgever, zijn lasthebber of aangestelde, die flexi-jobwerknemers tewerkstelt zonder het juiste tijdstip van begin en einde van de arbeidsprestatie via een systeem te registreren en bij te houden.

Dit betekent:

 

  • een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 1.000 EUR (800 – 8.000 EUR inclusief opdeciemen)
  • of een administratieve geldboete van 50 tot 500 EUR (400 – 4.000 EUR inclusief opdeciemen)

5. Sociale rechten

5.1. Gemiddeld dagloon

Het gemiddeld dagloon dat de berekeningsbasis vormt voor de werkloosheidsuitkeringen, de uitkeringen verschuldigd in uitvoering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en de uitkeringen voor een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte, in het geval deze ongeschiktheid niet langer dan dertig dagen duurt, is voor de flexi-jobwerknemer gelijk aan het flexiloon en het flexivakantiegeld.

5.2. Werkloosheid

flexi-job arbeidsprestaties

5.3. Pensioenrechten

In het kader van de pensioenreglementering wordt een flexi-jobwerknemer gelijkgesteld met een werknemer.

 

Het flexiloon en het flexivakantiegeld wordt beschouwd als brutoloon in functie waarvan het rustpensioen wordt berekend.

5.4. Jaarlijkse vakantie

bediende

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.