SWT'ers (of bruggepensioneerden) kunnen vandaag niet vóór hun 65ste met pensioen gaan.  Ze moeten de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar afwachten vooraleer op rustpensioen te kunnen gaan. De regering wil dat vanaf 2019 wijzigen. 

Vervroegd pensioen zou vanaf dan ook mogelijk worden voor bruggepensioneerden. Het zal gaan om een mogelijkheid, geen verplichting.  Uiteraard zal de bruggepensioneerde moeten voldoen aan de noodzakelijke leeftijd- en loopbaanvoorwaarden.

Wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar, maar vervroegd pensioen mogelijk

De wettelijke pensioenleeftijd is momenteel 65 jaar.  Vanaf 2025 stijgt de pensioenleeftijd naar 66 en in 2030 naar 67 jaar.

Een werknemer kan vandaag toch al vóór zijn 65ste verjaardag met rustpensioen gaan. Dat is officieel het vervroegd pensioen.  Hij moet dan wel de nodige leeftijd en voldoende loopbaanjaren hebben. 

Zo kan een werknemer van 62,5 jaar in 2017 op vervroegd pensioen gaan, indien hij minstens 41 loopbaanjaren heeft.  In 2018 stijgt die leeftijd naar 63 jaar, in 2019 wordt het 63 jaar en 42 loopbaanjaren.  Op die regel bestaan dan weer een aantal uitzonderingen, bijvoorbeeld voor werknemers met een lange loopbaan. Een werknemer van 60 kan na 43 jaar loopbaan met vervroegd pensioen gaan (in 2019 wordt dat 44 jaar).

Vervroegd pensioen niet voor SWT'ers

SWT'ers of bruggepensioneerden kunnen in de huidige regelgeving nooit met vervroegd pensioen gaan.  Zij moeten verplicht wachten tot ze de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar bereiken vooraleer ze hun pensioen kunnen opnemen.

Vanaf 2019 ook voor SWT'ers vervroegd pensioen mogelijk

Vanaf 2019 zou dit wijzigen.  Voor pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 januari 2019, wordt het verbod op opname van vervroegd pensioen opgeheven.  SWT'ers die voldoen aan de leeftijd- en loopbaanvoorwaarden zullen met andere woorden vanaf dan ook met vervroegd rustpensioen kunnen gaan.  Het gaat om een mogelijkheid, geen verplichting.  Het valt dus af te wachten of SWT'ers massaal van deze mogelijkheid gebruik gaan maken.

Nadeel is dat niet verder pensioenrechten worden opgebouwd, terwijl dit tijdens de periode van SWT wel het geval is.

Merk op dat de jaren als bruggepensioneerde niet meetellen als loopbaanjaren om in aanmerking te komen voor het vervroegd pensioen.

Vragen

Deze op het eerste zicht eenvoudige wijziging, roept toch vragen op.  Een aantal aspecten uit de sociale wetgeving zijn er niet op afgestemd. Houdt de verplichting tot betaling van een SWT-aanvulling op wanneer de SWT-er voor vervroegd pensioen kiest?  In principe is dat wel het geval.  Wat dan met een eenmalige betaling (zogenaamde kapitalisering) van de aanvullingen tot 65 jaar?  Ook de regels voor bijdragen en inhoudingen bij SWT (de zogenaamde Decava) houden rekening met een duurtijd van het brugpensioen tot 65 jaar.

Wordt ongetwijfeld vervolgd … 

Nog niet definitief

De geplande wijziging staat in een ontwerp dat momenteel in het parlement wordt besproken.  Wijzigingen zijn dus nog mogelijk.