In een vorige nieuwsbrief kondigden we de afschaffing aan van volgende mogelijkheden die facultatief kunnen opgenomen worden in een pensioenreglement:
- de minimumleeftijd van aansluiting van maximum 25 jaar;
- de wachtperiode van maximum 1 jaar om verworven pensioenrechten te krijgen.
Deze afschaffing zou onmiddellijk van toepassing zijn voor nieuwe werknemers in dienst vanaf 21 mei 2018. Werknemers in dienst op 21 mei 2018 zouden deze rechten pas vanaf 1 januari 2019 genieten.
Een amendement wijzigt de inwerkingtreding. De regeling geldt voor alle werknemers vanaf 1 januari 2019, ongeacht of ze reeds in dienst zijn of in dienst treden. De inrichters krijgen zo de nodige tijd om hun systemen en hun werkwijze aan te passen aan deze principes.
Verder wordt er een mouw gepast aan de disproportionele formaliteiten verbonden aan de lage verworven reserves die een gevolg zijn van voormelde afschaffing.
Opgelet!
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf 1 januari 2019 zullen alle werknemers onmiddellijk aangesloten worden. De werkgever en de pensioeninstellingen krijgen door het uitstel van inwerkingtreding meer tijd om de nodige aanpassingen door te voeren.
Intro
Volgende 2 mogelijkheden die de huidige WAP (wet aanvullende pensioenen) voorziet, worden aangepast:
° de minimumleeftijd voor de aansluiting of toetreding aan een aanvullende pensioentoezegging;
° de drempelperiode: de periode van actieve aansluiting vereist om aanvullende pensioenrechten te verwerven.
De werknemer zal vlugger aanvullende pensioenrechten verwerven.
Juridische inhoud
1. Verwerven van aanvullende pensioenrechten
Het pensioenreglement kan voorzien in:
- een minimumleeftijd van aansluiting van maximaal 25 jaar;
- een maximale wachtperiode van 1 jaar aansluiting voor het verkrijgen van verworven rechten (reserves);
- of één van beide mogelijkheden.
Deze opties moeten uitdrukkelijk voorzien zijn in het pensioenreglement. Indien bijv. het reglement geen minimumleeftijd bepaalt, worden alle werknemers onmiddellijk aangesloten.
Wanneer de werknemer een persoonlijke pensioenbijdrage moet betalen, heeft hij onmiddellijk recht op verworven rechten ook al treedt hij uit dienst gedurende het eerste jaar van aansluiting en voorziet het plan in een wachtperiode. Het pensioenreglement kan enkel een wachtperiode voorzien voor de werkgeversbijdragen aanvullend pensioen. De wachtperiode geldt bovendien enkel voor het luik leven en niet voor de overlijdensdekking.
Let op ! Het blijft mogelijk om andere aansluitingscriteria in te voeren waardoor men toch niet aangesloten wordt. Er wordt algemeen aanvaard dat studenten met een studentenovereenkomst uitgesloten kunnen worden. De criteria mogen uiteraard geen discriminatie inhouden.
Voorbeeld
- Huidige regeling
Het pensioenreglement voorziet in aansluiting bij het aanvullend pensioen van 24 jaar met een wachtperiode van één jaar. Het aanvullend pensioen bij leven wordt enkel gefinancierd met werkgeversbijdragen.
Leeftijd datum in dienst | Aansluiting bij pensioenplan op | Verworven rechten vanaf |
19 jaar en 6 maanden | 24 jaar | 25 jaar |
24 jaar | 24 jaar | 25 jaar |
36 jaar | 36 jaar | 37 jaar |
- Werknemers vanaf 1 januari 2019
Alle werknemers ongeacht of ze reeds in dienst zijn of in dienst treden, worden onmiddellijk aangesloten ongeacht hun leeftijd en zullen onmiddellijk pensioenrechten (reserves) bekomen.
2. Beperking mogelijkheden uit dienst bij lage opgebouwde reserve
De afschaffing van de drempelperiode doet het aantal situaties stijgen waarin de verworven reserves van de aangeslotenen een laag bedrag niet overschrijden.
Wanneer, op de datum van uittreding, het bedrag van de verworven reserves (zonder rekening te houden met de rendementsgarantie) niet hoger ligt dan 150 EUR (indexeerbaar), zal dit bedrag bij de pensioeninstelling blijven zonder wijziging van de pensioentoezegging. De aangeslotene kan niet meer beslissen over een andere bestemming voor zijn pensioenrechten. Bijv. overdracht naar de groepsverzekering van zijn nieuwe werkgever.
Hierdoor vermijdt men disproportionele formaliteiten in verhouding tot het lage bedrag.
Dit is een mogelijkheid die kan voorzien worden in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst. Geen plicht.
3. Inwerkingtreding
De wijziging treedt in werking op 1 januari 2019.