In de nacht van zaterdag 24 op zondag 25 maart schakelen we over naar het zomeruur.
Dit betekent dat om 2 uur de klok 1 uur vooruit wordt gedraaid, waardoor het 's avonds minder snel donker wordt.
Voor de meeste werknemers heeft de omschakeling naar het zomeruur geen gevolgen, behalve dan een uurtje minder slaap die bewuste nacht.
Voor werknemers die in ploegen tewerkgesteld worden, is een specifieke regeling van toepassing.
De werknemers die op dat ogenblik in de nachtploeg werken, presteren dan een uur minder.
Hoe moet u de prestaties tijdens deze nacht verlonen?
De werknemer die bij de omschakeling naar het winteruur ook in de nachtploeg zal werken, krijgt nu 8 uren betaald, hoewel hij maar 7 uren effectief heeft gepresteerd. Dit moet beschouwd worden als een vervroegde betaling van het 9e uur dat zal worden gepresteerd bij de omschakeling naar het winteruur.
Bij de omschakeling naar het winteruur zal deze werknemer dan voor 9 uren prestaties, nog 8 uren loon ontvangen. Op deze manier ontvangen deze werknemers in totaal het normale loon voor twee prestaties van 8 uren.
Indien het niet dezelfde werknemers zijn die tijdens de twee omschakelingen in de nachtploeg zullen werken, geldt volgende regeling:
- de werknemers die door de omschakeling naar het zomeruur slechts 7 uren werken, ontvangen toch een loon voor 8 uren prestaties. Concreet betaalt de werkgever 1 uur meer dan er effectieve prestaties zijn;
- de werknemers die door de omschakeling naar het winteruur 9 uur werken, ontvangen een loon voor 9 uren prestaties.
Het zomeruur loopt tot zondag 28 oktober 2018. Dan schakelen we weer over op het winteruur.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Deze regeling is omschreven in een CAO en dus enkel bedoeld voor werkgevers die onder de CAO-wet vallen.
Bovendien geldt de regeling enkel voor de werknemers in ploegenarbeid die niet forfaitair per maand worden betaald.