De antimisbruikbepaling die in 2012 werd ingevoerd in het Belgische recht, met betrekking tot het rechtsmisbruik van A1 verklaringen, wordt geschrapt. België past hiermee zijn wetgeving aan, na de veroordeling door het Europees Hof van Justitie op 11 juli 2018.

De intrekking gebeurt met terugwerkende kracht. Dit betekent dat de antimisbruikbepaling geacht wordt nooit te hebben bestaan.

Inhoud van de antimisbruikbepaling

In situaties van internationale mobiliteit is er rechtsmisbruik wanneer partijen doelbewust een mechanisme opzetten om hun arbeidsverhouding te onttrekken aan de toepassing van de Belgische socialezekerheidswetgeving. Dit komt immers neer op een omzeiling van de regels inzake toepasselijke wetgeving, zoals bepaald in de Europese Verordeningen.

De antimisbruikbepaling viseert enerzijds misbruiken die betrekking hebben op de problematiek van de detachering van werknemers en anderzijds op de uitoefening van een activiteit in twee of meerdere lidstaten, bij één of meerdere werkgevers.

Door de antimisbruikbepaling wordt toch het Belgische socialezekerheidsstelsel van toepassing op de concrete arbeidsverhouding, op voorwaarde dat het misbruik bewezen kan worden. België kan dit eenzijdig beslissen. De antimisbruikbepaling geldt zowel voor werknemers als voor zelfstandigen. 

Veroordeling Europees Hof

Het Europees Hof van Justitie oordeelde in een arrest van 11 juli 2018 dat deze Belgische antimisbruikbepaling in strijd is met de Europese wetgeving.

Het Hof stelt dat België de op Europees vlak voorziene dialoog- en bemiddelingsprocedures voor de beslechting van geschillen tussen de betrokken lidstaten niet respecteert. Meer informatie over de veroordeling door Het Europees Hof vind je in onze nieuwsbrief van 13 juli 2018.

Als gevolg daarvan wordt de antimisbruikbepaling nu in onze wetgeving geschrapt.